De tijd dat het CDA met meer dan veertig zetels in de Tweede Kamer zat, ligt inmiddels zeventien jaar achter ons. De partij staat in de peilingen op vier à vijf zetels, een historisch dieptepunt. Maar de in september aangetreden lijsttrekker Henri Bontenbal beschouwt dit als een ‘tussenmoment’. Hij is ervan overtuigd dat het CDA op weg is om weer die stabiele middenpartij van weleer te worden.

“We zijn een kleine partij in opbouw, in plaats van een grote partij in verval”, zegt de CDA-voorman in deel vijf van de interviewreeks van Business Insider met lijsttrekkers en prominente aspirant-Tweede Kamerleden.

Rob Jetten (D66), Esmah Lalah (nummer twee van GroenLinks-PvdA), Dilan Yeşilgöz (VVD) en Caroline van der Plas (BBB) gingen hem voor.

Veel kiezers hebben het CDA de rug toegekeerd. Wat is uw verklaring?

“Gedoe in de partij. Dat is altijd slecht, maar wordt ons extra zwaar aangerekend, omdat wij een partij van normen en waarden zijn. Ook onze deelname aan dit kabinet heeft ons niet geholpen. We zijn er met de beste intenties in gestapt. Maar achteraf gezien was het geen gelukkig kabinet. Het was voor alle partijen een beetje een moetje. Dan begin je met 0-4 achterstand.”

Waarom vond u het een ongelukkig kabinet?

“We hebben onvoldoende het CDA-verhaal kunnen laten zien. Het is nu aan mij de taak om te herstellen wat was beschadigd.”

Denkt u dat dat gaat lukken?

"Daar ben ik van overtuigd. Ik zie hoopvolle signalen. De sfeer binnen de partij is goed. Er was bij afdelingen veel onvrede over de koers, waarin ze zich niet voldoende herkenden. Maar we zien dat ze weer zin krijgen om campagne te voeren en het aantal nieuwe leden neemt weer toe. Voor steeds meer kiezers begint het CDA weer een optie te worden.”

Nu de peilingen nog.

“70 procent van de kiezers weet nog niet wat ze moeten stemmen. Pas in de laatste dagen zul je beweging zien. En dan kan het zomaar zijn dat partijen die nu hoog in de peilingen staan, gaan zakken. We gaan op 22 november geen dertig zetels halen, daar moet ik eerlijk in zijn. Maar ik denk wel dat we er meer gaan halen dan de peilingen voorspellen.”

Hoe ziet u het CDA nu?

“Als een kleine partij in opbouw, in plaats van een grote partij in verval.”

Over bouwen gesproken: een van de grootste opgaven op dit moment is woningbouw. Hoe wilt u die uit het slop trekken?

“Ten eerste moet de overheid meer regie pakken. Minister Hugo de Jonge is daar twee jaar geleden op gaan inzetten. Je kunt niet de markt laten bepalen waar en voor wie er wordt gebouwd. Het is belangrijk om als rijk grote woninglocaties aan te wijzen. Dat kan nu nog maar beperkt."

"Daarnaast moet je ook zorgen voor bereikbaarheid, voorzieningen en economische ontwikkeling in die regio’s, want met alleen huizen bouwen ben je er nog niet. Verder kun je ook praktische maatregelen nemen. Als je in elke woonkern een straatje bij bouwt, sla je de eerste slag.”

Het woningtekort is moeilijk op te lossen met de huidige immigratiecijfers. Moet daar niet ook iets aan gebeuren?

“Daar moeten we meer grip op krijgen. Het overkomt ons nu nog te vaak en dat is niet goed. Op die manier kunnen we niet goed plannen qua woningbouw en voorzieningen. Asielmigratie is een relatief beperkt deel van de instroom, maar daar komt wel veel bij kijken: mensen moeten de taal leren, woonruimte vinden, hebben voorzieningen nodig en moeten als ze blijven worden begeleid naar werk. Dus daar moeten we meer grip op krijgen."

"Maar het is ook belangrijk dat we het over arbeidsmigratie durven hebben. Het wordt tijd om een maatschappelijke discussie te voeren over de vraag welke sectoren echt waarde toevoegen voor ons land. Een hoogtechnologisch bedrijf als ASML vind ik waardevoller dan het zoveelste distributiecentrum.”

Wat kun je dan als overheid doen? Sectoren aanwijzen die zich verder mogen ontwikkelen?

“Dat zou je kunnen doen, maar wel op basis van gedegen onderzoek. Als bedrijven alleen maar goedkope arbeid naar Nederland willen halen, moet je je afvragen of je dat als overheid moet faciliteren. Neem bijvoorbeeld de expatregeling, waardoor werknemers uit het buitenland over maximaal 30 procent van hun loon geen belasting hoeven te betalen. Daar zit een perverse prikkel in. Ik zou liever hebben dat we deze regeling meer toespitsen op mensen die we echt nodig hebben."

"Maar we kunnen ook meer eisen stellen aan arbeidsmigratie. Nu zie je te vaak dat bedrijven van de voordelen profiteren en de samenleving opdraait voor de nadelen: druk op publieke voorzieningen en huisvesting. Wij pleiten daarom voor een stelsel waarbij werkgevers en uitzendbureaus een vergunning moeten aanvragen voor het aantal arbeidsmigranten dat ze nodig hebben. Aan zo’n vergunning kun je voorwaarden stellen; bijvoorbeeld dat het bedrijf moet zorg dragen voor fatsoenlijke huisvesting. Het kan niet zo zijn dat de ene gemeente een distributiecentrum bouwt waar goedkope arbeidskrachten gaan werken, maar dat de buurgemeente daarvan de nadelen ondervindt. Noblesse oblige.”

Bedrijven kampen wel met schaarste aan personeel.

“Ik vind niet dat we helemaal moeten stoppen met arbeidsmigratie. Je kunt ook niet alles volledig zelf doen. Neem bijvoorbeeld de revisie van een kraker in de haven. Dat werk wordt uitgevoerd door heel specialistische teams, die heel Europa doorreizen. Het is niet erg als je dat niet zelf doet. Maar de overheid kan wel bedrijven meer faciliteren om werk lokaal te kunnen laten uitvoeren, bijvoorbeeld door in Nederland meer mensen op te leiden in de techniek, om zonnepanelen aan te leggen.”

Zijn jullie voor herinvoering van de Melkertbaan, die mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt aan werk moest helpen?

“Wij zijn voor basisbanen: gewone banen met loonkostensubsidie op maat. Hoewel de werkloosheid historisch laag is, vind ik dat er nog steeds te veel mensen thuis op de bank zitten. Werk gaat om meer dan alleen inkomen. Het is ook zingeving. Het haalt mensen uit hun isolement. Ik hoor vaak van mensen zonder baan dat ze het gevoel hebben dat ze door de samenleving worden geparkeerd. Dat vind ik onverteerbaar.”

CDA-lijsttrekker Henri Bontenbal.
CDA-lijsttrekker Henri Bontenbal.
ANP/Hollandse Hoogte/Werry Crone

Terug naar migratie. Vorig jaar telde ons land meer dan 100.000 internationale studenten, 3,5 keer zoveel als in 2005. Vindt u dat dit aantal ook moet worden ingedamd?

“We zijn op dat vlak te veel doorgeschoten. Nederland hoeft niet het opleidingscentrum van Europa te worden. Een stop op internationale studenten gaat mij te ver. Een paar universiteiten aan de grens – Twente en Maastricht – trekken in de hele regio studenten. Het zou zonde zijn als zij geen buitenlandse studenten meer zouden mogen aannemen. Maar een quotum klinkt wél logisch. En ik ben er ook voor dat de voertaal Nederlands wordt op opleidingen die zich richten op de Nederlandse arbeidsmarkt.”

Een ander belangrijk onderwerp is de energietransitie. Hoe kijken jullie aan tegen kernenergie?

“Frans Timmermans van GroenLinks-PvdA maakt daar nu een punt van, maar voor ons is dat geen groot thema. Wij sturen aan op een mix van energiebronnen en -dragers. We zijn een groot voorstander van windenergie op zee, maar ook van zonne-energie, groen gas uit mestvergisting en kernenergie. Het kabinet heeft er 2,5 jaar over gedaan om een besluit te nemen over twee nieuwe kerncentrales. Timmermans wil nu de klok terugdraaien, maar dat is een achterhoedegevecht. De bladzijde was al omgeslagen.”

Lees ook: Van klimaatneutraal in 2030 tot gasboringen in de Noordzee: dit willen 10 politieke partijen met het klimaat

Een nadeel van zonne- en windenergie is dat het aanbod vrij grillig is. Hoe moet je daar mee omgaan?

“De energieprijzen waren lange tijd stabiel, maar door de toename van zonne- en windenergie fluctueren ze meer. We moeten ervoor zorgen dat we het spel van vraag en aanbod van energie slimmer gaan spelen. Bijvoorbeeld door de inzet van batterijen, van je elektrische auto of batterijen in de buurt van bedrijven. Daarnaast kunnen we proberen om het energieverbruik meer te laten meebewegen met de prijs. Je laat dan bijvoorbeeld de vaatwasser draaien als het hard waait en de prijzen laag zijn.”

Hoe kun je dat voor elkaar krijgen?

“Ik zie voor me dat energieleveranciers dat automatisch voor jou regelen. Die technologie is niet nieuw. Er bestaan al slimme laadpalen die de batterij van je auto opladen als de zon stijgt of er een daltarief is.”

Er klinkt weleens kritiek dat grote bedrijven door de laatste kabinetten zijn verwend en kleine ondernemers zijn achtergesteld. Vindt u dat ook?

“Ik kijk daar heel anders tegenaan. Ik vind juist dat we niet goed hebben gezorgd voor grote bedrijven. Een combinatie van belastingen, nieuwe regels en voortdurende veranderingen in overheidsbeleid hebben het vestigingsklimaat aangetast. Het is belangrijk om de regeldruk nu echt aan te pakken. Ik vind dat het nieuwe kabinet hierover concrete doelen in het regeerakkoord moet zetten. Ook moet er op elk ministerie een regelcoördinator komen die kijkt welke regels kunnen worden afgeschaft. Er zijn op elk beleidsterrein onzinregels te vinden.”

Kunt u een voorbeeld geven?

“We willen op grote schaal het energieverbruik terugdringen. Maar als je de spouwmuren wil isoleren, moet er eerst een ecoloog langskomen om te onderzoeken of er geen vleermuizen zitten. Iedereen moet zijn eigen onderzoek doen, waardoor zo’n project enorme vertraging oploopt. Ik denk dat elke ondernemer wel een hele lijst van onzinnige regels kan noemen. Veel regels zijn gestold wantrouwen.”

Wat bedoelt u daarmee?

“Als er iets mis gaat, wordt er direct een nieuwe regel ingevoerd. Vervolgens moet de hele sector die regel volgen. We richten vaak de hele samenleving in op de 5 procent van de burgers of bedrijven die misbruik maakt van de regels.”

Wat kun je daar aan doen?

“Misschien moeten we iets vaker accepteren dat iets misgaat. Bedrijven met goede plannen worden nu vaak bekneld door regels. Er zijn bijvoorbeeld boeren die mestvergisting willen toepassen om groen gas te produceren. Maar elke keer als ze mest leveren, moet er eerst een monster worden afgenomen, terwijl het steeds om stront van dezelfde koeien gaat. Waarom kun je niet afspreken dat het vergistingsbedrijf regelmatig steekproeven neemt?”

Lees ook: Deze plannen hebben 10 politieke partijen voor ondernemers: van minder regels tot een 32-urige werkweek

Wat heeft het CDA te bieden aan kleinere ondernemers?

“Mijn collega Mustafa Amhaouch heeft vorig jaar voorstellen gedaan voor oprichting van een MKB-bank, waar kleine bedrijven en familiebedrijven betere toegang kunnen krijgen tot financiering. Ze zijn nu aangewezen op gewone banken, maar die hebben niet de juiste expertise en geen leningen die goed aansluiten bij wat zo’n bedrijf nodig heeft."

"Ook hebben wij echt geknokt voor behoud van de BOR, de bedrijfsopvolgingsregeling. Familiebedrijven zijn heel belangrijk. Daar zit het zogeheten Rijnlandse denken echt in de vezels. Ze kijken niet naar het volgende boekjaar, maar voor de volgende generatie, en doen er alles aan om hun bedrijf te kunnen nalaten aan dat kleine jongetje in de woonkamer. Ook zijn familiebedrijven ontzettend belangrijk voor de lokale binding: ze helpen om het carnaval in het dorp te organiseren of sponsoren de plaatselijke voetbalclub. Dat soort bedrijven moeten we koesteren.”

En wat doen jullie voor zzp’ers?

“Nederland telt 1,2 miljoen zzp’ers. De meesten zitten niet in een comfortabele positie. Zij worden bijvoorbeeld weggeduwd uit de zorg en vervolgens als zzp’er weer binnengehaald onder slechte arbeidsomstandigheden."

"De Tweede Kamer wil iedereen - ook zzp'ers - verplichten om een pensioen op te bouwen. Wij vinden dat dit ook moet gelden voor een arbeidsongeschiktheidsverzekering. Een deel van de ondernemers kan dit risico prima zelf opvangen, maar de glazenwasser die van de ladder valt kan dat misschien niet. Het is belangrijk dat er dan een vangnet is.”

Is een broodfonds voor jullie een goed alternatief?

“Ik wil dat zeker niet uitsluiten. De coöperatieve gedachte hierachter spreekt mij wel aan.”

Jullie hebben het verkiezingsprogramma laten doorrekenen. Veel andere partijen niet. Wat vindt u daarvan?

“Daar oordeel ik mild over. Het is een pittig en arbeidsintensief proces, want je moet ontzettend veel informatie aanleveren bij het Centraal Planbureau. Ik begrijp het als dat niet lukt. Maar je moet niet gaan flierefluiten. Als je je programma niet laat doorrekenen, verwacht ik wel dat je aangeeft hoe je al die plannen wil betalen en daar eerlijk over bent. Waar ga je op bezuinigen? Of ga je de lasten verzwaren?”

Lees meer over doorrekening CPB: Hogere belasting op vermogen of juist arbeid zwaarder belasten? VVD en GroenLinks-PvdA maken andere keuzes

Na de verkiezingen beginnen de besprekingen over de vorming van een nieuw kabinet. Hebben jullie een breekpunt?

“Nee. Ik vind dat zo kinderachtig. Haags gedoe.”

Kan het CDA wel terugkomen met twee grote politieke partijen waar veel van jullie kiezers naar overlopen?

“Dat verwacht ik wel. Het is belangrijk voor ons land dat er een stabiele middenpartij is. Dat is het CDA altijd geweest.”

Zijn NSC en BBB dat niet?

“Zij zijn heel snel gegroeid, maar moeten nog bewijzen dat ze stabiele partijen kunnen zijn. Ze beloven de kiezer: met ons wordt alles anders. Maar dat moeten ze wel kunnen waarmaken en dat is niet eenvoudig. Een partijkader bouw je niet zomaar op. Op onze lijst staan veel ervaren kandidaten, verspreid over het hele land.”

Bent u zelf eigenlijk weleens door Pieter Omtzigt benaderd om bij zijn partij aan te sluiten?

“Nee, ik denk dat hij wel weet dat ik daarvoor te veel Christendemocraat ben en niet weg zal gaan bij het CDA. Ik vind het belangrijk dat je ook bij je club blijft als het even niet goed gaat. Ik heb me voor een langere periode aan deze partij gecommitteerd dan deze paar weken.”

Dit was het vijfde interview in onze verkiezingsreeks. Lees eerdere interviews terug: